2008 Updated 30 augustus 2013
Datum: 30 mei t/m 1 juni 2008
Acts: zie programma

Locatie: Megaland Landgraaf

Entree: 3 dagen met camping kost dit jaar € 129,00. losse dagkaart kost € 69,00
(v.v. prijzen excl. servicekosten, De voorverkoop start zaterdag 16 februari 2008 om 10.00 uur.)
Bestel je kaartjes via internet in Nederland, België en Duitsland of via Beep je mobiele entreekaartje

Weer: eerst nat, daarna droog, warm

Toeschouwers: 60.000

Presentatie: Giel Beelen en Eric Corton

BELANGRIJKE OPROEP!!!
Heb jij als pinkpopbezoeker mooie foto's gemaakt van de bands en artiesten,
en wil jij dat deze vereeuwigd worden op deze website verzoek ik je om op te nemen
BELANGRIJKE OPROEP!!!


Recencies zaterdag  Recencies zondag  Sfeerfoto's  Statistieken  Krantenartikelen  Pinkpop DVD's  Veel online videoclips

Pinkpop 2008 - dag 1
Wat een gedoe zeg. Dit is geen festival meer. Dit is een concert van een megaband, waarbij alle andere optredens gedegradeerd zijn tot opvullertjes voor de mensen die de files voor zijn geweest. Metallica regeert. Maar terecht?

En dat terwijl er zo veel meer te genieten is. Opener SAT2D is een belofte voor de toekomst. De piepjonge dames en heren buitelen vol enthousiasme over het podium heen en zorgen vroeg op de dag al voor een klein hoogtepuntje. Zodat de fans later kunnen zeggen 'ik was erbij toen ze Pinkpop openden'. Goed, een Krezip-momentje was er niet. Een meezinger als I Would Stay ontbreekt nog in hun repertoire. Maar SAT2D komt er wel.

Verderop in de GM Next Tent is het ook goed toeven. Onverwacht goed zelfs. Want waar we een wat slappe show van Jonathan Davis (zanger van koRn) hadden verwacht, blijkt hij met zijn begeleidingsband een erg intrigerende set neer te zetten. Eentje die langer beklijft dan het optreden met KoRn een jaar geleden. Porcupine Tree doet vervolgens wat er van hen verwacht wordt. Een setje puike progrock met psychedelische invloeden. Misschien iets te soft voor de gemiddelde bezoeker en wat aan de saaie (lees: statische) kant om naar te kijken. maar muzikaal klinkt het als een klok!

Daarna Metallica, dat op het speciaal tot 50 meter breedte uitgebouwde hoofdpodium routineus een greatest hits set afdraait vol ronkende gitaren, oerkreten en (veel) vuurwerk. Dat de band al jaren geen relevante cd mer heeft gemaakt, doet er geen seconde toe. De ene na de andere knaller vliegt voorbij. Van Ride The Lightning tot One en van The Memory Remains tot het uitgekouwde Nothing Else Matters en knallende afsluiter Seek & Destroy. Dit is de band waar vandaag iedereen voor gekomen is en met de show waar aan geen eind lijkt te komen sturen de metalmogullen de fans met nekpijn van het headbangen de nacht in. Je kan je afvragen of deze band echt nog wel van deze tijd is. Maar ja, ruim 60.000 meeklappende Pinkpopgangers can't be wrong, nietwaar? Morgen vroeg op, want dan is het programma pas écht fantastisch!
Bron: Zeenz.nl door Edgar Kruize / Foto: Jean Wertz


Jonathan Davis

MUZIEK: Eigenlijk zou op het Pinkpop-affiche moeten staan: Jonathan Davis and the Simply Fuckin' Amazings. Wel zo leuk, maar waar velen al met een schuin oog notie namen van de solo-expeditie van de Korn-frontman, is waarschijnlijk gekozen om de megalomane ondertitel even weg te laten. Niet terecht overigens. Davis heeft namelijk een topband bij elkaar weten te rapen. Een band bestaande uit vrijwel de gehele reservebank van A Band Called Korn. Het is een publiek geheim dat sessiemuzikanten, verstopt achter een originele band bij grote stadiumconcerten, eigenlijk veel beter zijn dan de helden op het albumhoesje. En die regel gaat ook nu weer op. Wanneer je dan eindelijk dat koele knikje van de trainer krijgt, ga je toch godverdomme wel even de oogballen uit je porem spelen om je in de kijker te spelen. Hier staat een sterrenteam dat naast covers, onbekende en onuitgebrachte Korn nummers enkele nieuwe composities speelt. Korn Light, maar dan wel oké, vooruit laten we het Korn Zero noemen. Progrock, jazz, pop, wereld en roots elementen zijn slim en uiterst acceptabel verweven in rijk gearrangeerde variaties op het Korn-thema. Op papier een potentieel gruwelgedrocht, maar dat papiertje wordt gebruikt om de eerste sigaret mee aan te steken.

PLUS: Als je maar lang genoeg tegen een bowlingbal trapt dan schiet je een voetbal vanzelf dwars door de doelman. Helaas gaat deze vlieger in de muziek niet altijd op. Een snoeiharde en vlijmscherpe metalmuzikant maakt nog geen subtiele teamspeler. Davis en band lukt dit wel. Op enkele momenten na, waar Davis even in zijn Korn-rol terugvalt, kent iedereen zijn secuur gearrangeerde plek in de slimme composities. Davis heeft in de gelauwerde filmsoundtrackcomponist Richard Gibbs een ideale partner gevonden om de onontgonnen akoesto-metalmusicalvelden te verkennen en veroveren. Daarnaast kreeg Davis met overredingskracht of keiharde knisperverse dollars de befaamde Amerikaanse-Sri Lankaan Lakshminarayanan Shankar zo ver om mee naar Europa te reizen. Wie? Shankar is een virtuoze violist, componist, producer en arrangeur die werkte met mensen als Lou Reed, Frank Zappa, Peter Gabriel, Elton John, Eric Clapton, Phil Collins, Bruce Springsteen en meer van die grootheden. Deze magere heer geeft de nummers richting en betekenis op een manier dat ook een verdwaalde zatte vreemdeling de drukke elektronische nep-sitar kan waarderen. Jonathan Davis is vele kilo's kwijt, heeft zijn iconische snor weer gevonden en geniet zichtbaar van deze gewaagde zijweg.

MIN: Die troon. Toegegeven, voorafgaand aan dit concert zijn niet alle blogs en fanzines afgespeurd. Maar als Davis niet minimaal, mét een briefje van de huisarts, een dodelijke ziekte kan overleggen, moet die megalomane sofa per direct worden verbrand. Als je niet 65+ bent en Solomon Burke heet, is het niet toegestaan om al zittend op te treden. Het is logisch dat men Korn-klassiekers eist. Pas bij het een-na-laatste nummer, Got the Life (al weer tien jaar oud), wordt een horizontale bas gemist. Deze hit valt met net-niet Elton John-piano en middle of the road drums, tegen.

CONCLUSIE: Afsluiter Falling Away From Me werkt daarentegen weer wel. De kreetjes en oneliners van Davis, tussen de nummers door, komen zowaar gemeend en puur over. Hij lijkt zich echt op dit avontuur te hebben verheugd. Waar generatie- en genregenoten als Kid Rock, Fred Durst en in iets mindere mate de heren van Linkin Park zich laven aan foute (muzikale) escapades, zorgt Jonathan Davis dat hij niet als een nachtkaars dooft. De vader en promotor van de nu-metal ziet dat zijn taak na het grootbrengen en uitvliegen van zijn kind er nog niet opzit. Een tweede leg is lang zo vervelend nog niet. De fouten uit het verleden probeer je te vermijden en voortschrijdend inzicht kun je je nieuwste spruit meegeven. Het afscheid van dit Pinkpop publiek valt Davis zwaar. Een brede lijfwacht ondersteunt hem naar zijn kleedkamer.
CIJFER: 8 door (VPRO)


SAT2D
De Limburgse band Sat2D heeft vrijdagmiddag Pinkpop 2008 geopend. Daaraan voorafgaand werd het festival officieel geopend door radiopresentator Giel Beelen die de stropdas van de Heerlense staatssecretaris Frans Timmermans doorknipte. De opening was iets later dan gepland omdat Timmermans, net als vele andere bezoekers, in de file had gestaan.

Pinkpop is met ruim 90.000 bezoekers de komende dagen zo goed als uitverkocht. Hoofdact vrijdagavond in Landgraaf is het optreden van de band Metallica. Het concert van SATD2, de enige Limburgse deelnemer aan het festival, wordt zaterdag 31 mei tussen 16.00 en 19.00 uur uitzonden op L1 Radio, in het programma De Bende op Pinkpop.
Bron: L1

MUZIEK: SAT2D betekent Snowwhite and the Two Dwarves. De vier - twee jongens, twee meisjes - komen uit Weert en Roermond en wonnen afgelopen jaar 'Nu of Nooit'. En daarom mag SAT2D vandaag Pinkpop openen met hun Amerikaanse powerpop met hoog oestrogeen gehalte. Eerder was de band te zien in VPRO's kinderprogramma Villa Life. Ze zijn dus jong, heel jong.
PLUS: Kelly Kockelkoren moet wel een pseudoniem zijn, toch? En als het de echte naam van de zangeres is, zat er inderdaad niets anders op dan super frontvrouw in een band te worden. Want dat is ze, een super frontvrouw. Een slonzige pony, trashy make-up, één been op de versterker en de kut ferm naar voren: Kelly Kockelkoren is een geboren frontvrouw. De scheur uit haar versterker is bijna dezelfde die uit haar strot komt. Niks mis mee. Ik zie Kelly Kockelkoren en denk aan Joan Jett, Juliette Lewis en Janis Joplin. Ready to rock en natuurlijk here to please the crowd! Het optreden van een half uur telt slechts één solo, in het laatste nummer. Van Kelly natuurlijk. Geen noot te veel, precies de juiste uithalen en precies de juiste lengte. Natuurlijk krijg je dan een open doekje. Dat de bas en drums-combinatie lekker stevig is en continu op stoom blijft, maakt van SAT2D een goede complete poprockband. Of zoals Kelly Kockelkoren zegt: 'Supegh, supegh, supegh!'
MIN: Soms klinken de vier een beetje slordig. Het zullen de zenuwen wel zijn. Verder, Marlouk Basten - geen artiestennaam - speelt de slaggitaar en zingt mee in de koortjes. Waar Kockelkoren op haar gitaar ragt, tokkelt Marlouk zoals ze het op de muziekschool in Weert heeft geleerd: voorzichtig, huiverig en vooral heel meisjesachtig. Ook de koortjes die ze zingt zijn zo. Claire (mijn favoriete actrice uit Six Feet Under) zou de muzikale toevoegingen van de tweede gitariste bestempelen als 'Vagina Rock'. Kom op meid! Doe es even gewoon met de rest mee! Of zoals Kelly Kockelkoren het tegen het publiek zegt: 'En nou wel ek jullie hoofden zien rockuh, jotverdomme!'
CONCLUSIE: Leuke liedjes, een goed geluid en een frontvrouw die als een magneet op de ogen van het publiek werkt. SAT2D is een bovengemiddelde opener van Pinkpop. Sterker, SAT2D gaat gouden tijden tegemoet. Nu maar hopen dat ze nooit naar de Rock Academie gaan.
CIJFER: 7,5 door Robert Lagendijk (VPRO) / Foto:
John Klijnen


From First To Last
From First To Last Volgend jaar weer, ik weet het nog niet
MUZIEK: Het duurt even voordat de 40ste band van het festival kan beginnen. Jan Smeets moet eerst bij de officiele start van Pinkpop 2008 op het 3FM podium, aanwezig zijn om daarna op zijn mountainbike naar de Tent te crossen. Als cadeau aan Pinkpop gaf Pinkpop From First To Last als extra openingsband. De Amerikanen,uit Orlando, Florida om precies te zijn, gaan voortvarend van start. Wapperende haren, knetterende drums, twee gruntende gitaristen en een stuiterende toetsenist worden aangevoerd door een volgetatoeerde emopunker. De muziek klopt met het plaatje: van industriële emocore tot melodieuze metal die op zijn beurt weer ontspoort in een creatief brullende climax.

PLUS: Hier staan vier topmuzikanten. De drummer ramt virtuoos met een constante BPM van rond de 300. De gitaristen zijn sterk op elkaar ingespeeld en de toetsenist ziet er in ieder geval lekker druk uit. Tegen het einde van het optreden laat ook zanger Matt Good zien dat hij over vingervlugge pingelvingers beschikt. Elk nummer van de korte set kent een nieuwe invalshoek, invloeden uit diverse genres en een verrassende structuur.
MIN: Helaas is het de band sinds 1999 niet gelukt om keuzes te maken. Al die invloeden, wendingen en verrassingen gaan ten koste van het liedje en het concert. Als je al een kort optreden geeft (waar overigens niets mis mee is, Metallica moet nog maar laten zien dat het tweeënhalf uur boeit) zorg dan wel dat je het publiek de mogelijkheid geeft om in te haken. Zeker wanneer je overzees nog geen vaste fanschare hebt opgebouwd, is toegankelijkheid of in ieder geval enige herkenbaarheid noodzakelijk. De oude nummers hangen tussen de nu-metal van Linkin Park en de stuiterfreaks van Slipknot in (Limp Bizkit-gitarist Wes Borland speelde een blauwe maandag nog mee), de nieuwere nummers lenen bij Good Charlotte en Green Day. Deze potpourri lijkt gewelig om te spelen, maar raakt vandaag kant nog wal.

CONCLUSIE: Wanneer gitarist Travis van uiterst rechts naar de linkerkant van de tent loopt, schrik hij zichtbaar van de leeggelopen tent. Hij doet nog even stoer een glamrockpose en keert dan snel terug naar de hoek van waaruit het nog heel wat leek. Nee, dit is niet de middag van deze Amerikanen. De zelfverzekerde 'see you next year' wordt dan ook door de weinige doorzetters met evenveel onverschilligheid ontvangen als de muziek.
CIJFER: 5 Erik Zwennes (VRPO) / Foto:
Herman Roggeveen


Flogging Molly

Flogging Molly Ierse gezelligheid of zijn Amerikaans!
MUZIEK: Vrolijke, springerige folkrock van zeven Amerikaanse Ieren. Steviger dan The Pogues, maar minder hard en meer folk-minded dan bijvoorbeeld de Dropkick Murphys.
PLUS: 'Good afternoon, you fuckin' bastards,' roept zanger Dave King als hij samen met zijn bandleden na de presentatoren Eric Corton en Giel Beelen het hoofdpodium van Pinkpop betreedt. En daarmee is de toon gezet. Want het zevental moet het niet hebben van ingenieuze muzikale kwinkslagen en subtiele accenten. Instrumenten inpluggen en gáán: dat is het motto. En dat doet de band uitstekend. Dave en de zijnen houden de vaart er goed in en dat is in het geval van Flogging Molly van levensbelang. Het publiek doet dan ook lekker mee. Weliswaar niet de hele tijd, maar meerdere malen staan veel mensen vrolijk te springen - en dan heb ik het niet alleen over de voorste rijen - en gaat menig biertje niet via het keelgat bij iemand naar binnen, maar wordt het met een ferme zwaai de lucht in gesmeten. En dat gebeurt vooral als de folk-elementen in de songs overheersen en de rockklanken meer naar de achtergrond verdwijnen. En dat is weer niet zo vreemd, want op die momenten is de band ook absoluut op zijn best.
MIN: De muziek - hoe leuk ook - is uiterst voorspelbaar. De mensen in het veld worden op geen enkel moment muzikaal verrast en lijken daar overigens ook geen moeite mee te hebben. En laten we eerlijk wezen, daarvoor moet je ook niet bij een band als Flogging Molly zijn. De cd 'Float', die enkele maanden geleden verscheen, is tenslotte ook vooral meer van hetzelfde.
CONCLUSIE: Flogging Molly is zoals verwacht absoluut niet origineel, maar maakt er met een leuk en energiek optreden een geslaagd feestje van. De Amerikaanse bewijzen dat 'you can kick ass with banjo, fiddle, accordeon and flute' zoals zanger King dat zelf gedurend het concert treffend uitdrukt.
CIJFER: 6 door André Keij (VPRO) / Foto:
Herman Roggeveen


Porcupine Tree

Intrigerende progrock voor liefhebbers
MUZIEK: De band rond zanger, gitarist, pianist en producer Steven Wilson (40) staat garant voor ingenieuze progrock en is een van de toonaangevende groepen in de Britse progscene. Porcupine Tree - opgericht in 1987 - richtte zich aanvankelijk vooral op psychedelische muziek en krautrock, maar verwerkt inmiddels ook de nodige metal-invloeden in zijn sound.
PLUS: De vijfkoppige Engelse band - de vier vaste leden worden live meestal bijgestaan door gitarist John Wesley - klinkt vanaf de eerste noten meteen als een klok. Het concert bevat alle ingrediënten, waar de rechtgeaarde progrockkliefhebber 's nachts zonder aarzeling voor opstaat. Zoals langgerekte songs met niet voor de hand liggende structuren, bombastische gitaar- en toetsenpartijen (de keyboards worden overigens bewerkt door Richard Barbieri, ooit samen met David Sylvian nog lid van de band Japan), indringende gitaarsolo's en fraaie meerstemmige zang. En Wilson en Wesley gaan regelmatig lekker stevig tekeer op hun gitaren, maar schakelen vervolgens net als de rest van de band moeiteloos over op de meer ingetogen delen van de nummers. Lovenswaardig is ook dat het etaleren van muzikaal kunnen - in de progrock bijna standaard - nergens omslaat in egotripperij. Het spel van de vijf muzikanten is volledig ondergeschikt aan de indringende composities. Het geheel wordt overigens ondersteund door de nodige visuals op een groot scherm achter op het podium. Allemaal niet heel bijzonder, maar het is een aardige toevoeging.
MIN: Visueel is er naast de beelden op het scherm niet veel te beleven, want de muzikanten staan redelijk statisch op het podium. Maar dat zal de progrockliefhebbers een zorg zijn, getuige de doorlopende bijval en de luide roep om een toegift van het publiek in de goed gevulde tent.
CONCLUSIE: Porcupine Tree zorgt voor een mooie show en maakt zijn naam in de progscene absoluut waar. En hoe vreemd het ook klinkt, het concert is een mooi rustpuntje tussen al het heavy gitaargeweld tijdens de eerste dag van Pinkpop.
CIJFER: 8 door André Keij (VPRO) / Foto:
Anne Helmond


Animal Alpha


Animal Alpha MUZIEK: De Noorse band Animal Alpha bracht begin dit jaar het debuutalbum You Pay for the Whole Seat, but You'll Only Need the Edge. Een vernuftige titel, geplakt op een eveneens vrij vernuftige combinatie: metal met gothic zang. Een combinatie die wellicht op papier voor vraagtekens zorgt, maar bij Animal Alpha in praktijk heel goed uitpakt.

PLUS: Zodra de band het podium opkomt, kijk je nog maar naar één ding. Dat ene ding is zangeres Agnete Kjolsrud. Kjolsrud intrigeert, speelt een toneelstuk uit het Victoriaans tijdperk, zet een alter ego neer waardoor ze dezelfde vraag opwekt als bij Marilyn Manson: zit jij ook weleens 's avonds op de bank met een dekentje je over je heen? Ze is gekleed in een zwarte broekrok, zwartwit gestreepte kousen, een jacquet en witte handschoentjes. En dan haar gezicht: wit geschminkt, met roze wangetjes. Over de strakke metalriffs leegt zij haar strot die veel overeenkomsten kent met die van Diamanda Galas en Courtney Love. De sigaar rokende, headbangende, water spugende frontvrouw geeft de muziek ballen. Zelfs tussen de nummers door schreeuwt ze het publiek toe in rijmelarij: “By the way, we are from Norway.”

MIN: Dat is eigenlijk ook de manco van de band. Het geluid van Animal Alpha rust haast in zijn geheel op de zang. De band speelt strak, maar de muziek is te doorsnee. Dat valt het meest op wanneer Kjolsrud gas terugneemt en je aandacht ook naar de andere bandleden gaat, synchroon in blauwe blouse gekleed. Een nummer lijkt zelfs verdacht veel op Beautiful People van haar mannelijke equivalent

CONCLUSIE: "Everybody get crazy!", schreeuwt de frontvrouw richting het einde. Een jongen met headbangen als roeping laat het zich geen tweede keer vertellen en schudt zijn haren los. Zijn vriend tikt hem aan. Of hij even een biertje wil gaan halen. Maar hij weigert. Hij zit in het moment. En met dat moment is Animal Alpha het best te typeren: door deze band moet je je laten bevangen. Je openstellen voor die rare combinatie van metal, theater en hoogdravende zang. Als je dat doet, is Animal Alpha de band waarvan je hoopt dat ze inderdaad Europa gaan veroveren. Laten we hopen dat Giel Beelen gelijk krijgt.
CIJFER: 7,5 Fiona Fortuin (VPRO) / Foto:
Anne Helmond


Incubus heeft hete peper nodig


Brandon van Incubus MUZIEK: Met Fungus Amongus uit 1995 en S.C.I.E.N.C.E uit 1997 plaatst Incubus zich op de voorste linie van de eerste generatie nu-metal bands. En toch zou je Incubus niet zo snel gelijkstellen aan Korn of Limp Bizkit. Incubus is namelijk niet typisch nu-metal. Met de albums Make Yourself en vooral Morning View, waar ze tot het grote publiek doorbreken, weten ze dat geluid perfect te solderen met pop en rock. En eigenlijk laten ze met de komst van A Crow Left Of The Murder en Light Grenades nu-metal ver achter zich.

PLUS: Een band met een omvangrijk oeuvre - zo mag je zes albums best noemen - en een lange geschiedenis wil wel eens of te geroutineerd spelen of vastroesten in hun setlist (lees: graag terugvallen op klassiekers). Incubus doet dat niet. Natuurlijk komen de hits, zoals Wish You Where Here en Drive, langs. Maar die worden voldoende afgewisseld met onbekender, nieuwe materiaal. Zo openen ze met Just A Phase van Morning View, gevolgd door Kiss To Send Us Off van Light Grenades. Daarnaast is de band doorkneed, maar is aan niets te merken dat dit een simpele routineklus voor ze is. Ze staan er nog altijd vol overgave en intensiteit, hetgeen zich vooral uit in de zang van Boyd.

MIN: Wel valt één ding op: in het begin van de show heeft Incubus peper nodig. Klinkt dit tegenstrijdig met hierboven? Niet helemaal. De band speelt goed, maar wie de band vaker heeft zien spelen weet dat het beter kan. Wat mist is de 'drive' van de band op dat moment. Misschien hadden ze dat nummer niet moeten bewaren tot halverwege, maar eerder moeten spelen? En dan nog even een echt vervelende min: Incubus is het sterkst in het maken van rocknummers, zonder opsmuk. Die scratches van Chris Kilmore zijn in Incubus in 2008 niet meer op hun plaats. Hoogste tijd om iemand uit te zwaaien.

CONCLUSIE: Wie ook voor de peper heeft gezorgd, halverwege de set is Incubus die band die ze al dertien jaar zijn: een ijzersterke live band, die op gelijke hoogte staat met Pearl Jam en Red Hot Chili Peppers. CIJFER: 8 door Fiona Fortuin (VPRO) / Foto:
John Klijnen


Alter Bridge

Myles Kennedy en Mark Tremonti MUZIEK: Zanger Scott Stapp ontbond in 2004 de post-grunge en one hit wonder band Creed. Boze tongen beweren dat Stapp zijn bandmaatjes strak hield en verbood om solo's te spelen. Die bandleden vonden in lopende lijkwade Myles Kennedy een nieuwe zanger en gevieren gingen ze verder als Alter Bridge, een - ahum - post-grunge band met extra veel metal gitaarsolo's.

PLUS: Een flinke kluit mensen laat hun helden van With Arms Wide Open niet in de steek. Dat is altijd leuk om te zien op een festival: mensen die meeklappen, meezingen en mee-airgitaren. Zij kunnen nu ophouden met lezen en op de knop 'volgende' - rechtsboven in dit venster - klikken. De rest van de mensen kan gerust verder lezen.

MIN: Alter Bridge heeft net zoveel met grunge te maken als Orlando, Florida met Seattle, Washington. De futloze poseerrock van deze getatoeëerde zonaanbidders is zo voorspelbaar dat je op iedere solo je klok gelijk kunt zetten. Ook de zang en maatsoorten zijn wel heel erg gewoontjes. Kennedy zingt mooi en bloedzuiver, maar net als bij een draaiorgel lijkt het of er vandaag een ponskaart langs zijn strottenhoofd loopt. Ook als hij het publiek uitnodigt mee te zingen, doet hij dat met het vakkundig gekopieerde timbre van Eddie Vedder. Maar die zong of zijn leven er vanaf hing. Kennedy kijkt als een onnozel hert het publiek in en lijkt te denken: ik hoop dat ik door ben naar de volgende ronde, ik hoop dat ik door ben. In de hardere nummers kermt Kennedy als Chris Cornell, maar nergens wordt het even gevaarlijk. Dat kan de band zich ook helemaal niet permiteren, want Alter Bridge is gewoon een retecommerciële band die centjes moet verdienen in de hitparade.

Iedere generatie heeft recht op zijn eigen muziek, zowel de fans als de muzikanten. Waarom nieuwe golven afgelikte grunge het muzikale landschap al bijna vijftien jaar lang blijven teisteren is me een raadsel. Grunge ontstond in een tijd dat het financieel en muzikaal niet echt lekker ging in Amerika. Dat hoor je terug in de muziek van de bands van toen. Het is dan ook geen toeval dat de drie grote grungebands allemaal uit Seattle kwamen. Agressie, teleurstelling, goedkope gruizigheid en hoop gingen hand in hand op de albums van Pearl Jam, Nirvana en Soundgarden. Bleach, het eerste album van Nirvana werd voor 500 dollar opgenomen, precies het bedrag dat vandaag de drumroadie van Alter Bridge verdient. Alter Bridge is voor grunge wat Bon Jovi is voor hair metal: een stelletje verraders, een zooitje muiters. Lijkenpikkers zijn het.

Creed werd uiteindelijk beticht van het maken van relirock. Kennedy maakt het met Alter Bridge nog bonter: hij denkt dat hij Jezus in eigen persoon is. Soms hangt-ie even aan een denkbeeldig kruis en af en toe steekt hij zijn gitaar in de lucht alsof het de Heilige Graal is. De echte Jezus geloof ik niet, laat staan deze mooie hulp-Jezus.

CONCLUSIE: Spelen kunnen ze wel, die jongens van Alter Bridge. En een enkel nummer is zelfs memorabel. Maar het gros is futloos, inspiratieloos en puur gericht op stadionpubliek. Je kunt zeggen dat Alter Bridge de Amerikaanse Kane is. En ik durf te wedden dat die gasten thuis nog een strandtent runnen ook.
CIJFER: 4 door Robert Lagendijk (VPRO)


Metallica
James Hetfield Metallica schudt Pinkpop wakker 'It sounds like you were ready for Metallica', zegt zanger/gitarist James Hetfield van de Amerikaanse metalmastodont, na de strakke riffs van het openingsnummer Creeping Death. En ja, het volledige Pinkpop-publiek heeft zich om kwart voor negen vrijdagavond verzameld voor het hoofdpodium Logisch ook, want bij de andere twee podia is rond die tijd al een halfuur hoegenaamd niets meer te beleven. Alle ogen gericht op slotact Metallica dus, en aan de duizenden shirtjes van de groep te zien was Metallica ook de hevigst geanticipeerde band van de openingsdag van het driedaagse festival.

Metallica, een stadionband van megalomane proporties, op een openluchtfestival. Ja, dan heb je wat. Festivaldirecteur Jan Smeets zal zich bij de enorme hap uit het festivalbudget (Metallica is duur) even achter de oren hebben gekrabd, maar vond zo'n uitgave kennelijk toch verantwoord. Niet onterecht, want met de band weet je zeker dat het Megaland te Landgraaf volloopt.

Het kost wat, maar je krijgt ook wat. Metallica speelt geen uurtje, zoals de meeste acts, maar een volledige set van ruim twee uur. Het eerste uur is ingeruimd voor oud en snel werk: Creeping Death dus, van Ride the Lightning uit 1984, en For Whom The Bell Tolls, van dezelfde plaat, en de oude klassieker Master of Puppets. Dat nummer, dat wordt uitgesponnen tot een welhaast symfonisch stuk van twintig minuten, is een voorlopig hoogtepunt in de set. Daarna krijgt het publiek een vuurwerkshow te verwerken: veel oehs en aahs.

Het laatste deel van de set is voor het 'nieuwe' Metallica, het werk waarmee de band doorbrak naar het grote publiek van The Black Album uit 1991. Dan blijkt dat Enter Sandman meer handen op elkaar krijgt dan de oude hits, het zal een generatiekwestie zijn. Het geluid is kraakhelder en prettig oorverdovend, de lichtshow afdoende als het duister boven Landgraaf intreedt. De ballad aller metalballads Nothing Else Matters verwaait helaas een beetje over het veld, en Hetfield lijkt het ook wat ongeïnspireerd te schreeuwzingen. Het is duidelijk: Pinkpop krijgt op de openingsdag een snelheidsinjectie, en dat is ook precies wat het publiek wil. Verder dus met het snoeistrak gespeelde Sad But True. Dan, ook verdrietig maar waar, is Pinkpop dag 1 om iets over half elf afgelopen. Aan de vroege kant, maar dat zijn de Pinkpoppers gewend. Naar de tentjes, op camping A, B of, C met een tray bier.
Bron: De Volkskrant door Robert van Gijssel 31 mei 2008 / Foto: Isabel Nabuurs TIP: Kijk
hier voor amateuropnames

de setlist van Metallica: Creeping Death, For Whom The Bell Tolls, Ride The Lightning, The Four Horsemen, Bleeding Me, …And Justice For All, Devil's Dance, The Memory Remains, Fade To Black, Master Of Puppets, Whiplash, Nothing Else Matters, Sad But True, One, Enter Sandman, encore: Last Caress, So What, Seek and Destroy

Duizenden vuisten voor Metallica
Hans Vrijmoed en Herman Roggeveen zien hoe Metallica de files heeft doorstaan en aan het Pinkpop-optreden begint. Bron: Alternative.blog.nl door Joris Rietbroek 30 mei 2008

Wil jij je ervaringen en leuke belevenissen op Pinkpop 2008 kwijt, laat 't ons dan weten via